Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [14]Geef, HEERE! de begeerten des goddelozen niet; bevorder zijn kwaad voornemen niet; [15]zij zouden zich verheffen. Sela. 14. Dat is, geeft den goddeloze niet hetgeen hij begeert; te weten, dien goddeloze, die mij zoekt om te brengen. 15. Dat is, zij zouden niet dan te trotser en moedwilliger worden, indien zij het al naar hunnen wens hadden. Verg. Deut.32:27.